Résumé
In dit artikel tracht de auteur aan te tonen dat de vrouw haar mentale autonomie verliest als noodzakelijk gevolg van het feit dat zij steeds, en met de totale inzet van haar lichaam, en zonder dat zij hiervoor vergoed wordt, materiëel dienstbaar moet zijn aan haar 'dominant' en aan diegenen die haar dominant toebehoren. Exemplarisch voor de 'lichamelijke toeëigening van de vrouw' zijn, aldus de auteur, enerzijds de religieuzen en anderzijds de prostituees. Ook de zgn. 'postnatale' depressie verklaart de auteur vanuit het gevoel van verlies van psychische zelfbeschikking, resulterend uit de fysische toeëigening door het kind (en omgeving) van de moeder.