Résumé
In dit artikel houdt de auteur, een vertegenwoordigster van de Coalitie tegen Vrouwenhandel, een pleidooi voor een herziening van de Conventie voor de Afschaffing van de Mensenhandel en de Exploitatie van de Prostitutie van Anderen (1949). Volgens haar definieert deze conventie enkel de vormen van prostitutie en sekshandel en niet van alle vormen van seksuele uitbuiting. De nieuwe conventie voorziet in de leemtes van de Conventie van 1949 en is gebaseerd op het principe dat elke vorm van seksuele uitbuiting de mensenrechten van vrouwen schendt en een ernstige vorm van discriminatie inhoudt. Volgens de auteur is een nieuwe conventie tegen seksuele uitbuiting noodzakelijk aangezien een groeiende beweging een onderscheid probeert te maken tussen bepaalde vormen van seksuele uitbuiting, namelijk tussen bijzondere gewelddadige vormen (zoals verkrachting) en andere (zoals prostitutie). Dit kan niet want prostitutie is de handel van uitbuiting en seksueel misbruik, aldus de auteur.