Résumé
In dit artikel wordt de Vierde Wereldvrouwenconferentie benaderd vanuit NGO-gezichtspunt. De auteur zet vraagtekens bij het begrip 'vrouwensolidariteit' en vraagt zich af of de vanuit de VN gestimuleerde samenwerking tussen overheden en NGO's vruchtbaar en wenselijk is. Voorts stelt zij de vraag of de FLS niet tot een deficit zullen leiden indien de vrouwenproblematiek niet vanuit de werkelijk belangrijke - door de NGO's aangebrachte - invalshoeken zoals de globalisering van de wereldeconomie of de overaccentuatie van de eigen culturele en religieuze waarden wordt aangepakt.