Résumé
Bij de definiëring van het 'menselijk leven' zijn twee uitgangspunten mogelijk : de metafysische zingeving of de biologische definiëring. De auteur meent dat de vrouw als enige het recht heeft om het menselijk leven te definiëren in functie van de wens om leven te geven. Als voorbeelden bespreekt hij prenatale en eugenisme. Biomedische problemen impliceren een veelheid van morele standpunten. Een pluralisme van morele beginselen lijkt onvermijdelijk.